Met aspireren bij het injecteren wordt verwezen naar het proces van het terugtrekken van de zuiger van de spuit, nadat de naald in de spier is geplaatst. Zo controleer je of er geen bloed in de spuit komt, voordat de medicatie wordt geïnjecteerd. Vind je bloed in de spuit? Dan betekent dit dat de naald in een bloedvat terecht is gekomen. Dit kan leiden tot complicaties als de medicatie direct in de bloedbaan wordt gespoten.

Zit er toch bloed in de spuit? Dan moet er opnieuw geprikt worden op een andere plaats om te voorkomen dat er medicatie in het bloedvat wordt geïnjecteerd.

Injecteer je medicijnen in een ader, zoals bij intraveneuze injecties? Dan hoef je niet te aspireren, omdat de naald direct in een ader wordt gezet. Hierbij moet je zeker weten of de naald goed is geplaatst en de medicatie langzaam wordt ingebracht. Dit doe je om complicaties te voorkomen. Raadpleeg een arts of de bijsluiten van het medicijn voor specifieke aanbevelingen bij aspireren!

Wil je meer leren over aspireren? Meld je dan aan voor onze e-learning injecteren, cursus injecteren of verpleegtechnische handelingen!

Bij een enkel-armindex (bekend als ABI: anke-brachial index) meet je een bloeddruk via een eenvoudige niet-invasieve test bij de armen en de enkels. Deze test wordt gebruikt om te kijken of er sprake is van een ‘perifeer arterieel vaatlijden (PAV)’. Dit is een aandoening waarbij de slagaders vernauwd of geblokkeerd zijn die het bloed vervoeren naar de ledematen.

Met het gebruik van een doppler-apparaat en een bloeddrukmeter wordt de bloeddruk gemeten in beide armen enkels. De enkel-armindex wordt berekend door de hoogste bloeddruk in de enkel te delen door de hoogste bloeddruk in de arm. De gezonde waarde van de enkel-armindex ligt tussen de 0,90 en 1,30. 

Wanneer een zorgvrager een lagere enkel-armindex heeft, dan kan dit wijzen op vernauwingen in de slagaders van de benen. Hierdoor zal er minder bloed en zuurstof naar de spieren worden gebracht. Meestal zijn de symptomen van de PAV: pijn of vermoeidheid in de benen tijdens het lopen, verhoogde risico op wondjes die niet goed genezen en benen/voeten die verkleuringen van de huid vertonen. Het voorkomen en opsporen van PAV is belangrijk. Zo kunnen behandelingen worden gestart om de symptomen te verlichten en eventuele verdere complicaties te vermijden.

Leer te werken met de enkel-armindex via onze cursus verpleegtechnische vaardigheden!

Injecteren is een medische handeling in de gezondheidszorg, waarbij medicijnen, vaccins, vloeistoffen of voedingssupplementen in het lichaam van de zorgvrager wordt gespoten of geïnjecteerd.

Je hebt verschillende soorten injectie die in de zorg worden gebruikt, zoals: subcutane injecties (onderhuids), intramusculaire injecties (in de spier) en intraveneuze injecties (in de ader). De methode die je kiest hangt af van een aantal factoren: type medicatie, de hoeveelheid van de medicijnen en het doel van de behandeling. Daarnaast ook de conditie van de zorgvrager.

Injecties worden gegeven door verpleegkundigen of een arts die hiervoor speciaal opgeleid zijn. Bij het injecteren zijn hygiënische richtlijnen van belang. Zo voorkom je infecties en complicaties bij de zorgvrager. In sommige gevallen kan een injectie pijnlijk of ongemakkelijk zijn bij de zorgvrager. Dat is een reden om de zorgvrager gerust te stellen en de juiste techniek te gebruiken om de pijn te minimaliseren.

Leer alles over injecteren via ons cursus Verpleegtechnische vaardigheden!